Alle ogen zijn gericht op een duurzamere toekomst. Daarom is elke fase in het productieproces erop gericht om het werk in de volgende fase makkelijker te maken. Dat zie je bijvoorbeeld ook bij het demonteren van elektronica in het interieur van een auto. “Dat moet zo soepel gaan als het fileren van een gebakken vis”, vertelt Masahiro Egawa van Toyota’s Environment Affairs and Engineering Management Division.
Een extra uitdaging: de gestage groei van het aantal geëlektrificeerde auto’s. Het merk heeft zich echter goed voorbereid op een efficiënte demontage van allerlei elektrische modellen, inclusief batterijpakket en bekabeling.
We streven naar uitstootvrije mobiliteit en een zo gering mogelijke ecologische voetafdruk. Auto’s CO2-neutraal maken behelst meer dan alleen de productie en het gebruik. Hoe we aan het einde van hun levenscyclus met auto’s omgaan is net zo belangrijk. Steeds meer wet- en regelgeving is daar op gericht. Zo schrijft Brussel voor dat nieuwe auto’s alleen in Europa verkocht mogen worden als ze voldoen aan de nieuwe standaarden op het gebied van recycling. Door 99 procent van afgedankte auto’s te hergebruiken, zet Toyota daarin serieuze stappen.
En de laatste 1 procent? Die bestaat uit elementen zoals rubber. Dat kan als brandstof gebruikt worden. Na verbranding blijft een asvormige substantie over, die gebruikt kan worden als verhardingsmateriaal bij de aanleg van wegen.