Toen Chris Vos vijf jaar was, kreeg hij een ongeluk dat zijn leven voorgoed veranderde. Tijdens werkzaamheden in de tuin van zijn ouders werd hij overreden door een grote kraan. Meer dood dan levend werd hij naar het ziekenhuis gebracht, waar hij diverse malen werd geopereerd en zijn rechter dikke bilspier werd geamputeerd. Volgens de arts zou hij de rest van zijn leven in een rolstoel doorbrengen. Chris bleek echter een doorzetter, want na vijf maanden liep hij achter een looprek. Ook zou hij niet leren fietsen, maar ook dat deed hij gewoon.

“Ik kan me niets herinneren van het ongeluk”, zegt Chris. “Ik heb vanaf het begin de drang gehad om ‘normaal’ te zijn. Twee jaar na mijn ongeluk gingen we op wintersport. Skiën kon ik niet, maar mijn vader had bedacht dat ik wel op een snowboard zou kunnen staan. Hij had een touw om mijn middel gebonden en daar gingen we. Ik verging van de pijn, had overal kramp. Maar ik moest en zou normaal zijn en kunnen wat anderen ook konden. Het heeft echt heel wat tranen gekost, maar na twee dagen kwam ik de berg af.”